Interview met Trijntje van de Lende: (bron: http://www.stellingwerven.dds.nl/  opent in een nieuw venster)
In Kuinre woonden verschillende schippersfamilies, bijvoorbeeld die van Groenhof, Piet Bremer, De Vries, De Ruiter en Fledderus. Ik herinner me ook nog een schippersfamilie die Wellinga heetten. Het was altijd druk op de Linde, want vroeger ging alles over het water. Veel schippers vervoerden turf, hooi, takken, zand en grind. Verder waren er houtschippers, die evenals de zand- en grindschippers ook wel in Slijkenburg aan de wal kwamen om bij vader materialen af te leveren voor de bouw en de reparatie van huizen en boerderijen in de omgeving. De turfschippers kwamen voor de wal met hun lange turf uit het hoogveen, dat door de bakkers in Kuinre en Slijkenburg werd gebruikt om de ovens op te stoken. Er was een duidelijk onderscheid tussen de hiervoor genoemde groep schippers en andere schippers, die op kontrakt verschillende goederen vervoerden, en de beurtschippers, die volgens een bepaalde dienstregeling een vaste route aflegden. Er waren verschillende diensten van Kuinre op omliggende plaatsen, zoals Steenwijk, Zwolle, Lemmer, Sneek en Leeuwarden. Veel van die schippers kwamen natuurlijk ook langs Slijkenburg. Zo kwam de boot op Leeuwarden een keer per week langs. Die schipper bracht ook wel eens meel naar Slijkenburg voor de bakker. Er was nog een derde kategorie schippers, die lager in aanzien stond dan de beurtschippers en de zand-of grind schippers. Dit waren schippers, die met hun "negosie" in snikken over de Linde en de Tjonger voeren, om allerlei materiaal te verkopen dat in huishouding of bedrijf gebruikt kon worden, zoals potten en pannen. Vaak waren ze behalve "negosieschipper" ook wel schereslijper of paraplumaker. Voor deze laatste aktiviteit kwamen ze wel bij vader om spijkers. De Slijkenburgers spraken wat denigrerend over dit "skippies- volk" dat men vergeleek met het "woonwagenvolk" dat tussen Slijkenburg en Kuinre op de Kevietepolle een standplaats had. Hilbert Vermaning was zo'n "negosieschipper". Hij was de vader van de bekende amateur-archeoloog Tjerk Vermaning. Ook de grootvader van Tjerk, die ook Tjerk heette, was schipper. Ik heb ze nog wel gekend. De ouwe Tjerk was altijd dronken. De Vermanings waren altijd druk aan het redeneren, ze konden goed hun woordje doen, ook al hadden ze geen school gehad. Omdat Slijkenburg aan het water lag, op een punt waar Tjonger en Linde en verschillende dijken en wegen samenkomen, was het er een komen en gaan van beurtschippers, handelsreizigers en ander rondtrekkend volk. Er passeerden met name veel schepen uit Friesland, die over de binnenwateren naar Kuinre gingen.